Friday, November 14, 2014

Timmermans moet gaan kappen in het EU-regelwoud



Gepubliceerd op FTM.nl

Sinds begin deze maand is Frans Timmermans “Eerste Vicevoorzitter van de Europese Commissie, verantwoordelijk voor “Betere Regelgeving”. Men mag niet naïef zijn, maar van de vele pogingen die de EU in het verleden – vrij vruchteloos – ondernam om de eigen regel-machine in te tomen is het zeker en vast de meest ambitieuze. 

Timmermans heeft als Nederlands Minister van Buitenlandse Zaken de verdienste om “subsidiariteitop de agenda te zetten. Nu krijgt hij de kans om aan de uitvoering mee te werken. De lidstaten die dit thema belangrijk vinden moeten hem dan ook voluit steunen. Maar Timmermans moet worden beoordeeld op de resultaten die hij boekt. De volgende zaken zijn prioritair:

1.      Zorg ervoor dat de Commissie alle “gele kaarten” die nationale parlementen uitdelen als “rode kaart” beschouwt

In de voorbije vijf jaar hebben nationale parlementen twee maal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de Europese Commissie tot de orde te roepen indien die haar macht overschrijdt. Eénmaal in verband met het stakingsrecht, en een tweede maal op initiatief van de Nederlandse Tweede Kamer tegen de plannen om een Europees Openbaar Ministerie op te richten. In het laatste geval uitten Parlementen  uit maar liefst 11 lidstaten protest. De Europese Commissie negeerde dit echter. Ze is niet verplicht om het voorstel te laten vallen, wat wel het geval zou zijn bij een “rode kaart”, iets waar Timmermans voorstander van is. Als zoveel nationale parlementen tegen een voorstel zijn, moet het echter duidelijk zijn dat er gewoon geen draagvlak voor is. Timmermans moet in zo’n geval aan zijn collega’s duidelijk maken dat ze de steun voor de EU op lange termijn ondermijnen als ze ondanks de gele kaart toch wensen door te gaan. 

Timmermans moet het aanspreekpunt worden voor nationale verkozenen die de Commissie willen afremmen, want van het Europees Parlement moeten we dat niet verwachten. Die laatste instelling, die minder en minder legitimiteit geniet, vuurt de Commissie liever nog wat aan om de macht van het Europees niveau uit te breiden en verwaarloost haar controletaak volledig, door bijvoorbeeld elk jaar de EU-begroting goed te keuren, ondanks zware kritiek van de Europese Rekenkamer. Datzelfde geldt trouwens ook voor de lidstaten, op Nederland, het VK en Zweden dan na, die de voorbije jaren tegen de zogenaamde “kwijting” van de EU-begroting stemden. De noodrem op de EU-machine zal dus van nationale parlementen moeten komen en Timmermans moet hun betrouwbare bondgenoot zijn.

2.      Voorkom slechte nieuwe regels door op zijn minst de suggesties van een EU-comité van experts in “betere regulering” uit te voeren

Wat baat het om deregulerings-programma’s op te zetten als er alsmaar nieuwe regelgeving bijkomt, al dan niet op vraag van lobbygroepen? Als men niet wil dweilen met de kraan open, moet de kraan dicht. Frans Timmermans is natuurlijk in zijn eentje niet in staat om de driften eigen aan elke bureaucratie in te tomen, maar hij heeft wel degelijk een politiek mandaat om de Europese Commissie ervan te weerhouden die driften bot te vieren op beleidsdomeinen die niet tot het takenpakket van de EU behoren.
De Europese Commissie heeft het monopolie van initiatief om nieuwe Europese regels uit te vaardigen en Timmermans geniet de expliciete steun van Nederland en Groot-Brittannië, dat bovendien met een EU-exit dreigt als het zo verder gaat. Ook de Duitse Kanselier Angela Merkel toonde zich reeds open voor het  terug overhevelen van bevoegdheden naar de lidstaten – of het niet langer actief zijn van de EU op bepaalde beleidsdomeinen, zoals Timmermans dat noemt. Dat is toch allemaal niet niets.

Natuurlijk zijn er beperkingen. Weerstand kan worden verwacht van landen zoals Frankrijk, maar dan kan Timmermans eenvoudig wijzen op het feit dat Frankrijk het slecht doet in het omzetten van al die regelgeving waar ze zo op zijn gebrand. Het land scoorde in het “EU single market scoreboard” als enige lidstaat maar liefst drie maal “onder het gemiddelde” in het omzetten van EU-regels, terwijl Estland daarentegen bijvoorbeeld de beste score haalde. 

Timmermans moet er op zijn minst in slagen om de maatregelen te nemen die een speciaal EU-comité van experts onder leiding van de voormalige Eerste Minister van Beieren, Edmund Stoiber, onlangs naar voren schoof. De belangrijkste voorstellen uit het Stoiber-rapport volgen hieronder. Ze helpen om zowel slechte nieuwe regels te verhinderen als om in het bestaand regelgevend oerwoud te wieden:

-          Kleine en middelgrote ondernemingen moeten zo veel als mogelijk worden vrijgesteld  van EU-verplichtingen, voor zover de politieke doelstelling van de wetgeving dit toelaat”. KMO’s klagen volgens het rapport immers onder meer over de REACH-richtlijn, die op omslachtige wijze het gebruik van allerlei chemische stoffen reguleert, na zwaar gelobby van allerlei vaak door de EU gesubsidieerde groene drukkingsgroepen en waarbij het zogenaamde “voorzorgsprincipe” werd toegepast. Dat laatste is voorwerp van heel wat debat, waarbij sommigen beweren dat we het huidige welvaartsniveau en bijvoorbeeld de aspirine niet zouden kennen indien dit door de EU omarmd principe steeds was gerespecteerd.

-          “Introduceer een systeem waarbij nieuwe regeldruk op ondernemingen wordt gecompenseerd door het afschaffen van bestaande regeldruk” Met Open Europe stelden we concreet voor om een “one in, two out”- systeem in het leven te roepen: geen nieuwe regel kan worden ingevoerd zonder het afschaffen van een oude regel. De Britse regering paste de maatregel met enig succes toe de voorbij jaren, dus er is geen reden waarom dit niet mogelijk zou zijn op EU-niveau.

-          Versterk de “Impact Assessment Board (IAB)”, een departement binnen de Commissie dat de taak heeft om de kost van nieuwe regelgevende initiatieven te berekenen. Logischerwijze zou die IAB een veto moeten krijgen wanneer een bepaald voorstel de subsidiariteitstoets (“geen EU-bevoegdheid”) of proportionaliteitstoets (“gigantisch duur in vergelijking met de mogelijke voordelen”) niet zou doorstaan.
Het moet gezegd. Timmermans is sterk begonnen. Samen met Juncker stelde hij reeds voor om
een reeks nog niet goedgekeurde plannen van de Barroso-Commissie maar meteen weer op te bergen, waaronder regelneverij op vlak van voedselhygiëne en pogingen om BTW verder te harmoniseren.
De lakmoestest komt er in elk geval wanneer de Belgische Eurocommissaris Marianne Thyssen op de proppen zou komen met een Europees minimumloon, dat zelfs in afgezwakte vorm laagbetaalde jobs op de arbeidsmarkt zou kunnen vernietigen en zo ongewild tot nog meer werkloosheid zou leiden. Dan is het de taak van Timmermans om haar te zeggen: “Sorry, Marianne, als sociaal-democraat vind ik dat natuurlijk wel een mooi idee, maar jammer genoeg is de Europese Unie hier niet bevoegd voor.” Als “Subsidiariteits-Commissaris” moet hij niet proberen populair te worden bij zijn collega’s, maar bij de burger.

3.      Kap grote delen van het bestaande regelgevend oerwoud

De suggesties van de Stoiber-groep zijn ook nuttig om het bestaande “acquis communautaire” aan te pakken. Met Open Europe berekenden we dat maar liefst twee derde van de impact van regelgeving in de EU afkomstig was van het EU-niveau. Dat cijfer, gebaseerd op een grootscheepse studie van “regulatory impact assessments” tussen 1998 en 2008, is onevenredig hoog. Net zoals een andere studie, van Eurochambres, besluit, loopt de kost van EU-regels over 10 jaar op tot maar liefst 1.000 miljard euro in absolute termen. Er zullen wel voordelen aan verbonden zijn, maar voor minstens één vierde van de 100 belangrijke EU-maatregelen wegen de kosten niet op tegen de voordelen, althans opnieuw volgens die “regulatory impact assessments”, wat dus een zeer conservatieve schatting is. 

Al deze cijfers tonen aan dat de Europese wetgevingsmachine echt op hol geslagen is, wat op zich al bewezen is door het feit dat de Commissie zelf met de klok der regelmaat met – goede – initiatieven, zoals REFIT, op de proppen komt om het bestaande kluwen van regels te vereenvoudigen en te verminderen.
De kern van het probleem is dat de Commissie de oorspronkelijk methode om de grenzen te openen, “wederzijdse erkenning van regels” (wat betekent dat landen bijvoorbeeld elkaars regels in verband met architectendiploma’s erkennen) gaan vervangen is door “harmonisering” (waarbij landen EU-regulering van architectendiploma’s overeenkomen). Soms is harmonisering onvermijdelijk om de grenzen af te bouwen, maar in vele gevallen volstaat het dat lidstaten de protectionistische elementen in hun regelgeving schrappen. Harmonisering brengt heel wat kosten met zich mee: regels overlappen elkaar, zijn rigide, houden vaak te weinig rekening met de lokale realiteit, en zijn moeilijker opnieuw te veranderen dan lokale regels. Er is bovendien het risico dat lobbyisten de regels naar hun hand zetten (het fenomeen van de zogenaamde “regulatory capture”) en dat het EU-niveau gaandeweg de eigen macht uitbouwt na het verwerven van de bevoegdheid om iets te gaan regelen.

Een fundamentele oplossing in dit verband is het terug invoeren van een veto-recht voor lidstaten op heel wat beleidsdomeinen. Dan wordt het heel wat moeilijker om gezamenlijk regels af te spreken, en is men meer gedwongen om via de – moeizame maar meer duurzame – methode van “wederzijdse erkenning” te werken. 

Andere oplossingen zijn het duidelijker vastleggen van de precieze bevoegdheden van de EU in het EU-Verdrag of de creatie van een “Subsidiariteits-Hof”, samengesteld uit de voorzitters van de nationale Grondwettelijke Hoven (of gelijkaardige instellingen), actief naast het Europees Hof van Justitie, dat de bevoegdheid verliest om uitspraak te doen over bevoegdheidsgeschillen. Daar is verdragsverandering voor nodig, maar die discussie zit er aan te komen en dan is het aan Timmermans om Verdragsverandering in die zin te bepleiten.

Concreet moet Timmermans het REFIT-programma uitbreiden met harde doelstellingen, en het voorbeeld van landen zoals Zuid-Korea of India volgen, die dit jaar met grootscheepse deregulerings-programma’s zijn begonnen. Zuid-Korea wil tegen 2016 het aantal regels met maar liefst 20% verminderen. Dat is geen ideetje, maar regeringsbeleid, wat moet leiden tot de vermindering van 2.200 reguleringen, een daling van naar verluidt 15,269 tot 13,069. Uiteraard is niet het aantal regels belangrijk, maar de effectieve vermindering van de impact van die regels. De Commissie moet daarom duidelijke cijfers publiceren voor het in toom houden van de regellast, wat al werd gesuggereerd door 13 lidstaten in een oproep verleden jaar. Net zoals de Zuid-Koreaanse regering moet Timmermans op zijn minst de ambitie hebben om een cijfer te plakken op het verminderen van die regellast, als Verdragsverandering dan niet mogelijk zou zijn.
Dit is de opportuniteit voor Frans Timmermans om te bewijzen dat hij een oprechte aanhanger van de Europese Unie is. Indien het niet mogelijk blijkt de regelmachine in Brussel in te tomen, zal het protest enkel toenemen van zij die voelen dat ze hun eigen lot niet langer in handen hebben. Dan komen de mooie Europese verwezenlijkingen van vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal in gevaar.

Tuesday, August 12, 2014

If goods don't cross borders, armies will



Published on Zero Hedge

While the conflict in Ukraine rages on, EU member states have decided to impose (not so much more stringent) economic sanctions against Russia, which was predictably followed by Russian counter-measures. The question which isn't being asked often enough, is whether these sanctions will actually improve the situation. Here's an analysis following four concrete questions: 

1. Can things get even worse in Russia?
2. Is the West able to guide Russia and Ukraine down the right path?
3. Can the West contribute to a sharpening of the crisis?
4. How can the West protect itself against this conflict?

1. Can things get even worse in Russia?

Of course. That answer may seem evident, but many analysts implicitly assume that there really are no worse alternatives for the Putin regime. That Russia has an authoritarian regime, is an understatement. At the moment there even is a power struggle ongoing between Kremlin hardliners and business leaders, according to the BND, Germany’s intelligence service. Nevertheless, Putin is some kind of a moderate in Russia, at least when judging his approval rate, which would be around 80%, the highest in six years. Even if Putin's real domestic support would be a lot less strong in reality, it's clear that there are a lot of radical alternatives. Putin doesn’t mind to associate himself with some of them, for example the ultra-nationalist ideology Aleksandr Dugin. Such pressures on Putin partly explain aggressive policies, like the Crimean invasion. 
The primary reason for the support Putin enjoys for his Ukrainian ventures is of course the Russian minority. Many in Russia do not consider Ukraine to even be a country. That Russian minorities in Latvia aren't always treated fair and equally, makes it easier for Putin to justify intervention. One of the first measures of the new Ukrainian government was to no longer allow Russian, the mother tongue of about a quarter of the population, to be used as a regional governance language, an enormous PR failure, although the measure was quickly vetoed by interim President Oleksandr Turchynov. Recently, the Ukrainian government has banned Russian films and the Communist Party. The latter convinced 13% of the electorate in 2012 and supports decentralisation of the country. Its stronghold is located in the South East, where a lot of Ukrainian Russians live, and it has spoken out against the military offensive of the Ukrainian army, which was recently also criticised by Human Rights Watch for killing 16 civilians with unguided rockets.

As a result, it could be expected that Putin would intervene, although perhaps not by eurocrats like European Commission President José Manuel Barroso. During the negotiations on the EU-Ukraine Association Agreement, the EU basically forced the divided country to choose between Russia and the EU. Barroso himself stated in February 2013: "One country cannot at the same time be a member of a customs union and be in a deep common free-trade area with the European Union,", referring to Putin's Eurasian Economic Union. That's the result of the general lack of flexibility the EU employs in its relations with non-EU member states, something which certainly has played a role in the worsening of this crisis. A similar all-or-nothing framework has contributed to worsening relations with Turkey. The Commission had a mandate to conduct trade talks with Ukraine, but basically used this to conduct foreign policy, even challenging the Kremlin. This annoyed EU member states, which meanwhile have taken over, pushing the EU's High Representative for Foreign Affairs, Cathy Ashton, aside. The EU, which is strongly divided, should stay away from foreign policy as far as possible, certainly with regards to the sensitive relationship with Russia, where a risk of escalation is certainly present. After a monster fine of $50bn was imposed on Russia for nationalising Yukos, the Financial Times quoted an anonymous source close to Putin saying: “There is a war coming in Europe…Do you really think this matters?”

2. Is the West able to guide Russia and Ukraine down the right path?

The West could at least try not to make matters worse. Despite the mistakes which were made before the crisis by the EU, it sent an appropriate signal by unilaterally abolishing a few trade barriers for products from Ukraine. This angered agricultural lobbyists in Brussels, always happy to impose costs on consumers or taxpayers.

Unilateral opening of borders for trade is only a bad thing for those who think that trade "costs" something. The opposite has been proven over the centuries. Certain producers with good political connections in protected economic sectors may of course face more competition, but consumers enjoy lower prices and more freedom to choose, and that's what counts.

The opening to China made by US President Richard Nixon probably was the most succesful example of foreign policy in the second half of the 20th century, along with the treatment of post-war Germany. Without waiting for China to abolish its protectionism, such as the obligation for investors to enter into "joint ventures", the U.S. allowed entry for Chinese products. About half a billion Chinese were lifted out of extreme poverty in less than 40 years and Western consumers enjoyed lower prices. On its turn, this helped to deal with factory closures in Western economies which can only partly be blamed on foreign competition. Excessive regulation and tax pressure are the real culprits, also preventing the creation of sufficient new enterprises to replace the disappearing old industry.

On the long term, there is only one strategy which has proven to be succesful: opening borders for trade. That Ukraine wants to leave the Russian sphere of influence, is in this respect no coincidence. The country's economy is less dependent on natural resources (5%) than for example Kazachstan's (32%). An independent critical middle class only emerges in countries where it's hard for the government to get a grip on the economy. It never emerges when the regime merely needs to control the natural resources and no significant economic activity outside of governmental control exists.

3. Can the West contribute to a sharpening of the crisis?

As explained, the West could open its borders for trade with Ukraine and Russia, in order to support the development of a critical middle class on the long term. That would be a modest but effective contribution to the situation in societies which are hard to influence from abroad.

For Western countries, it’s however also perfectly possible to make sure that the crisis deteriorates. There is a policy which fails time over time, apart from the odd occasion when it works, just like a broken clock works twice a day: economic sanctions.

- North Korea, more an open air prison than a country, is still isolated. Years of sanctions have prevented a Chinese or Vietnamese scenario, with gradual liberalisation which also profits the regime, thanks to the gains of external trade.

- Also in the case of Iran and Libya under Gaddafi did sanctions prevent a real improvement of relations with the West. They failed to undermine the regime domestically, on the contrary. That's a pity because the "Persian nation" should be a more natural ally in the region than Saudi Arabia, which is even less secular and because Libya harbours the biggest oil reserves in Africa. Anyhow, understandable aversion against the two regimes has been trumping all other considerations. The illusion prevailed that blockades and force could convince countries without any democratic tradition to adopt better practices.

- Sanctions and wars, the former’s continuation by other means, against the Iraqi tyrant Saddam Hussein, have resulted in turning one of the most secular countries of the Middle East into a true hellhole where the "Islamic State", a group even more murderous than Al-Qaeda, controls large parts of the territory.

- Then we even haven't discussed Cuba. It's simply a waste of time to explain why the country would for long have been flooded by American investment and capitalism if the senseless embargo against the economically and morally bankrupt Castro-regime would have been lifted.

- Sanctions against South-Africa, which were supposed to help end apartheid, were introduced in 1963. That was 30 years before the system was abolished, meaning that the link between sanctions and the end of apartheid was weak at best. Some analysts contend that the sanctions even proved to be a boon for the ruling regime. ARMSCOR, the government's arms procurement agency, was established primarily as a response to the sanctions and developed a capability which far exceeded South Africa's requirements. Because of the many jobs dependent on it, the regime would have enjoyed support from a key constituency that directly benefited from the sanctions. 

- The policy also failed in Zimbabwe. Sanctions introduced in 2002 targeted the regime of the grim dictator Robert Mugabe. He’s infamous for taking up the policy of "quantitative easing" a little too enthusiastically, subjecting his population to a period of hyperinflation. He’s still in charge, throwing parties while unofficially unemployment data would be above 90%. This year, the Belgian ambassador to South Africa, Johan Maricou, demanded an end to the sanctions, explaining that "they are counterproductive, because Zimbabwe's regime uses them to explain everything which goes wrong in the country."

- A last example is Burma, where it took 20 years after sanctions were introduced before things started moving in the right direction. The regime introduced liberalization, reacting to domestic protests from 2007 on. No link with the policy of sanctions can be witnessed.

Despite the many failures of economic sanctions, everyone is of course free to believe that this time around, it will be different.

In a comment in support of economic sanctions, The Economist - the newspaper which in 1854 was still railing against those attempting to stir up war in Crimea - was only able to cite a few obscure succesful examples of the policy. One is how it would have forced Iran back to the negotiating table during its recent cyberwar with the U.S., to discuss its nuclear programme. That sanctions have motivated Iran, is not certain at all and either way no improvement in the Iranian relationship with the West can be witnessed since 1979, when the Ayatollahs rose to power and the U.S. imposed sanctions.

Research by academic Gary Clyde Hufbauer investigating all economic sanctions since 1914, concludes that these only "work" in 34% of cases, while they only succeeded in 20% of occasions to disrupt relatively minor military adventures where that was the goal. Those who favour the current measures against Russia should reflect upon the researcher’s findings that apparently, politically or economically weak countries are more vulnerable and that the more sanctions cost the country imposing them, the less likely it is that they will succeed. To do nothing is indeed sometimes better than "to do something", certainly when it's likely that the latter would make the situation even worse. 

When Putin became President again, he made it into one of his goals to "nationalise the elite", thereby forcing those in his inner circle to sell off foreign assets, so they would be less vulnerable and more loyal in case of international tension. None of the five or six former KGB-cronies in Putin's inner circle would still have any foreign assets.

Is there anyone who believes that Russian oligarchs, the only ones who still may have a certain degree of independence from Putin to speak out, would try to stop him if they would no longer have any more assets abroad? Mark Champion, the former bureau chief of the Wall Street Journal in Brussels, points out that if tough measures against Russia would be decided, "any future land grabs would incur smaller additional costs for Russia." American think tank Brookings Institution warns that Putin himself rowed back from modernizing Russia's economy from 2012 on, instead pursuing deluded goals as import substitution and autarky, a policy likely to be accelerated in case more sanctions are imposed. Tony Brenton, the former British Ambassador in Moscow, sums it up nicely: "The pressure on Western governments to “do something” has become acute (...) Economic sanctions (...) won’t work. We will have to negotiate with Vladimir Putin (...) In countries as prickly as Russia, sanctions simply strengthen the forces most hostile to the West. It has even become a badge of patriotic pride among senior Russians to be on the sanctions list. Every new round reinforces Putin’s standing with the public as their champion against a predatory West."

Perhaps it is also useful to quote Vladimir Putin himself. According to a biography published in 2000, he once stated: “You should never drive a rat into a corner."

Obviously, sanctions would succeed in damaging the Russian economy. According to Alexei Kudrin, who served as Putin's Finance Minister for eleven years, the Russian economy could collapse in six weeks time as a result of it. Also the EU could get in trouble. Southern European banks have a considerable exposure to Russia. The most vulnerable is Italian bank Unicredit, which also helps to explain the stance of the Italian government. Russia exports more to the Netherlands than to any other European country (16% of Russian export, mainly because Rotterdam serves as Russia's port to transfer its oil to world markets, as Russia doesn't have an ice free port). Either way, recent data show that the German economy, the motor of the continent, already suffered economic damage as a result of the tensions.

4. How can the West protect itself against this conflict?

The answer to this question naturally depends in the first place on whether this is an internal Ukrainian conflict, whether it's a Ukrainian-Russian war or whether there is a serious danger for the conflict to expand to Moldova or even the Baltic states, and to what extent this ultimately endangers security and stability in Western Europe. This issue raises the question whether it was such a good idea after all to adopt the Baltic states into NATO, and why a country like Finland isn't keen at all to join NATO, regardless of the isolated opinion of its new EU-federalist Prime Minister Alexander Stubb, who has also warned that sanctions would hit his country economically.

This issue leads us to comparisons between on the one hand Finland, which has a rather neutral, stable relationship with Russia, and on the other hand Poland and the Baltic states, who address Russia in a rather aggressive way, despite their strong energy-dependence from the country, hoping that their NATO - membership is more than just a piece of paper. At least Polish Foreign Mininster Radosław Sikorski seems to think it isn't. In a secret recording which was being leaked - perhaps by Russia, to undermine NATO cohesion - he stated: " "You know that the Polish-US alliance isn't worth anything (...) It is downright harmful, because it creates a false sense of security ... Complete bullshit. We'll get in conflict with the Germans, Russians and we'll think that everything is super, because we gave the Americans a blow job. Losers. Complete losers [, that's what we are]."

It's a good thing that these questions are being asked, because sooner or later we'll have to debate it. To give a clear answer, is however difficult, because it all depends on how public opinion in the West thinks about this, and what can be described as "the West". 

In my humble opinion, we can’t say there is any aggression against the West in the current conflict, certainly now that the U.S. have declared not to have any evidence of a direct Russian link to the attack on the Malaysian plane.

A majority of the population in Germany and Italy is against Ukrainian NATO - membership, so there isn't democratic support in Western Europe to defend the country in a military way. Only in 2010, 93% of Ukrainians said they regarded Russia in a positive light, which was six years after the Orange Revolution where anti-Russian sentiment was present. Now things are likely to be different, but it's hard to argue that this "conflict between brothers" can be described to Westerners as "our war". 

A policy of non-intervention isn't necessarily the same as naive pacifism. It's clear that this conflict could have a lot of indirect consequences for Europe and NATO-countries, which should at least lead to major attention for the efficiency of defense spending. It’s even clearer that any intervention in this conflict is extremely risky.
Diplomacy and maintaining effective defense capabilities can be the only answers. That's ambitious enough. Perhaps the way in which a country like Finland deals with Russia can offer lessons. Then I don't refer to "Finlandisation", which meant that the Soviet Union was involved in every major decision in the country, but to the policy after 1991. Since then, Finland clearly has sided with the West, but it has also maintained a good commercial relationship with Russia, not suffering from the illusion that it is capable of shaping Russia into the model its desires, otherwise than through trade, indirectly.

"Neo-conservatives" offer the ideological framework for economic sanctions and military interventions and would stem from reformed Trotskyists, who may no longer believe in bureaucratic planning of the economy but still think social engineering is possible in foreign policy. After the disastrous adventures in Iraq, Afghanistan and Libya, they should now grab the opportunity to remain silent. Sanctions and confrontation are dangerous. It is time for realpolitik.

Ultimately, we need to trust the following wisdom: “If goods don't cross borders, armies will”.




Friday, August 01, 2014

Als goederen de grenzen niet oversteken, doen legers dat


Gepubliceerd op DDS
 
Terwijl het conflict in Oekraïne voortwoekert, beslissen EU-lidstaten tot (niet zoveel) strengere economische sancties tegen Rusland. De vraag die veel te weinig wordt gesteld, is of die sancties de situatie wel zullen verbeteren. Een analyse aan de hand van de volgende vier concrete vragen: 

1.      Kan het nog slechter gaan met Rusland dan nu?
2.      Is het Westen in staat om Rusland en Oekraïne op de goede weg te helpen?
3.      Kan het Westen er toe bijdragen dat de crisis nog verscherpt?  
4.      Hoe beschermt het Westen zich best tegen dit conflict?

1.      Kan het nog slechter gaan met Rusland dan nu? 

Uiteraard. Dat antwoord mag evident klinken, maar vele analisten gaan er impliciet uit dat er echt geen slechtere alternatieven zijn voor het Poetin-regime. Dat Rusland een autoritair regime heeft, is een understatement. Op dit moment is er volgens de Duitse geheime dienst zelfs een machtsstrijd aan de gang tussen Kremlin-hardliners en een deel van de zakenwereld. Niettemin is Poetin al bij al nog gematigd, naar Russische maatstaven. Hij geniet op dit moment steun van meer dan 80% van de Russen, het hoogste peil in zes jaar volgens peilingen. Zelfs als de steun voor Poetin in realiteit heel wat minder groot zou zijn, is het duidelijk dat er heel wat radicalere alternatieven zijn. Met één daarvan, de ultranationalistische ideoloog Alexander Doegin koketteert Poetin weliswaar, wat misschien één van de redenen is van het agressieve Russische beleid, zoals het inpalmen van de Krim.

De reden dat Poetin zo veel steun geniet voor zijn inmenging in Oekraïne heeft eerder te maken met meer fundamentele factoren, zoals bijvoorbeeld het feit dat er een Russische minderheid is. Oekraïne is immers een land dat velen in Rusland niet als een echt land beschouwen. Dat Russen in landen zoals Letland op zijn zachtst gezegd niet altijd gelijk worden behandeld, maakt het makkelijk voor Poetin om zijn inmenging te rechtvaardigen. Eén van de eerste maatregelen van de nieuwe Oekraïnse regering was om het Russisch, de moedertaal van zowat een kwart van de bevolking, niet langer als regionale bestuurstaal toe te laten, een ongelooflijke PR-blunder. De maatregel werd snel teruggeschroefd door interim-President Oleksandr Turchynov. Onlangs verbood de Oekraïnse regering ook Russische films en de Communistische Partij.  Die laatste vertegenwoordigt 13% van de stemmen, is voor decentralisatie van het land, geniet bovengemiddeld steun in het Zuidoosten, waar de meeste Russen wonen, en heeft zich uitgesproken tegen het militaire offensief van het Oekraïnse leger, dat net ook werd bekritiseerd door de Amerikaanse mensenrechtenbeweging Human Rights Watch, voor het doden van 16 burgers door middel van ongeleide raketten. 

Het was dus te verwachten dat Poetin zich zou mengen, al begrijpen eurocraten zoals Europees Commissievoorzitter José Manuel Barroso dat misschien niet. In de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen de EU en Oekraïne, dwong de EU het verdeelde land om te kiezen tussen Rusland en de EU. Barroso stelde in februari 2013: “Een land kan niet terzelfdertijd lid zijn van een Douane-unie (verwijzend naar de Euraziatische Unie van Poetin) en van een diepgaande gemeenschappelijke vrijhandelszone met de EU). Dit is het gevolg van het algemene gebrek aan flexibiliteit dat de EU aan de dag legt in zijn relaties met niet-EU-lidstaten, wat zeker een rol heeft gespeeld in het verergeren van deze crisis. Een gelijkaardige alles-of-niets-houding maakt ook dat de relaties met Turkije verzuren. De Commissie had een mandaat voor handelsgesprekken met Oekraïne, maar gebruikte dat eigenlijk om aan buitenlands beleid te doen, waarbij ze zomaar even Poetin ging uitdagen, over de hoofden van de lidstaten heen, die sindsdien de regie strak in handen houden en de EU-vertegenwoordigster voor Buitenlands Beleid, Cathy Ashton en co, opzij hebben gezet. De sterk verdeelde EU houdt zich best zo ver mogelijk af van buitenlands beleid, zeker in de gevoelige relatie met Rusland, waar er dus wel degelijk een risico van escalatie bestaat. Een "anonieme bron dicht bij Poetin" vertelde de Financial Times dat de monsterboete die Rusland deze week kreeg voor het nationaliseren van Yukos geen probleem is want "er is een oorlog op komst in Europa... Denk je dat dit uitmaakt?"

2.      Is het Westen in staat om Rusland en Oekraïne op de goede weg te helpen?

Op zijn minst kan het Westen proberen om niets verkeerd te doen. Ondanks de fouten die voor de crisis werden gemaakt door de EU, gaf het een mooi signaal door eenzijdig enkele handelsbarrières te slopen voor producten uit Oekraïne. Dit tot grote woede van de landbouwlobby’s in Brussel, trouwens, altijd voorstander om consumenten of belastingbetalers op kosten te jagen. 

Eenzijdige opening van grenzen is enkel een probleem voor zij die denken dat handel drijven iets “kost”. Het tegendeel is over de eeuwen heen bewezen. Sommige producenten met goede politieke connecties in afgeschermde sectoren zullen dan natuurlijk wel meer concurrentie te verduren krijgen, maar de consument geniet van lagere prijzen en meer keuzevrijheid, en dat is wat telt

Samen met de Duitse heropbouw was de opening die de Amerikaanse President Richard Nixon naar China maakte wellicht het meest succesvolle voorbeeld van buitenlands beleid in de 20ste eeuw. Zonder te wachten op de Chinese afschaffing van protectionisme zoals de verplichting om “joint ventures” aan te gaan, lieten de V.S. Chinese producten binnen. Nagenoeg een half miljard Chinezen werden uit de extreme armoede getild in minder dan 40 jaar en Westerse consumenten genoten van lagere prijzen. Dat laatste heeft ook de pil verguld van de vele fabriekssluitingen in Westerse economieën die slechts deels het gevolg zijn van buitenlandse concurrentie. Veeleer zijn het overdreven regelzucht en belastingdruk die daarvoor verantwoordelijk zijn, waardoor er ook nog eens te weinig nieuwe bedrijven bijkomen om de industrie die verdwijnt te vervangen.  

Op lange termijn is er dus maar één strategie die aantoonbaar werkt: het openen van de grenzen voor handel. Dat Oekraïne zich wil losmaken van de Russische invloedssfeer, is trouwens geen toeval, gezien het feit dat het land economisch veel minder (voor 5%) afhankelijk is van natuurlijke rijkdommen dan pakweg Kazachstan (32%). Een onafhankelijke kritische middenklasse ontstaat immers enkel in landen waar het voor de regering moeilijk is om greep op de economie te hebben, wat nooit het geval is wanneer het regime eenvoudigweg de natuurlijke rijkdommen dient te controleren. In elk geval zou het regime in Oekraïne elk protest makkelijk de mond kunnen snoeren indien het over meer natuurlijke rijkdommen beschikte.

3.  Kan het Westen er toe bijdragen dat de crisis nog verscherpt?  

Het Westen kan dus de grenzen voor landen zoals Oekraïne en Rusland openen als het op lange termijn er de middenklasse wil ondersteunen. Dat zou een zeer bescheiden maar effectieve bijdrage zijn aan de situatie in samenlevingen waar het buitenland eigenlijk niet veel vat op heeft. 

Het is echter ook perfect mogelijk om er voor te zorgen dan de crisis nog verscherpt. Er bestaat namelijk een beleid dat keer op keer faalt, op die enkele keer na dat het per ongeluk toch werkt, zoals een kapot horloge ook twee maal per dag werkt: economische sancties. 

·         Noord-Korea, meer een openluchtgevangenis dan een land, zit nog steeds in het isolement. Jarenlange sancties verhinderen een Chinees of Vietnamees scenario, waarbij een geleidelijke liberalisering volgt, waar ook het regime van profiteert, dankzij de opbrengsten van handel met het buitenland. 

·         Ook in het geval van Iran en Libië onder Kadhafi verhinderden sancties steeds een echte toenadering tot het Westen van deze twee landen, zonder dat ze beide regimes in eigen land ondermijnden, integendeel. Dat is jammer want de “Perzische natie” is in de regio een natuurlijker bondgenoot dan het nog minder seculiere Saoedi-Arabië en Libië herbergt zowat de grootste oliereserves van Afrika. Toch moest de rede het afleggen tegen een – begrijpelijke en terechte – afkeer voor de twee regimes en de illusie dat het mogelijk is landen zonder welke democratische traditie dan ook met blokkades en geweld te bekeren tot betere inzichten.
·         Sancties -  en hun logische vervolg, oorlogen - tegen de Iraakse tiran Saddam Hoessein zorgden ervoor dat wat ooit één van de meest seculiere landen in Midden-Oosten was, nu tot een regelrechte moordkuil is verworden waar de “Islamitische Staat”, een groepering die nog moordlustiger is dan Al Qaida, grote delen van het land controleert. 

·         Dan hebben we het natuurlijk nog niet gehad over Cuba. Het is eenvoudigweg bladverspilling om uit te leggen waarom het land zou overspoeld zijn door Amerikaanse investeringen en kapitalisme na het opheffen van de onzinnige boycot van het economisch en moreel bankroete Castro-regime. 

·          In Zuid-Afrika versterkten de sancties het Apartheidsregime, dat de gelegenheid aangreep om zichzelf te verrijken via het opzetten van een bewapeningsagentschap om de sancties te ontwijken. De sancties werden vanaf 1963 ingesteld, 30 jaar voor het Apartheidssysteem werd afgeschaft. In Zimbabwe faalde de maatregel, ingevoerd in 2002, om de grimmige dictator Robert Mugabe, een van de meest beruchte adepten van “Quantitative easing”, van de macht te verdrijven. Volgens de Belgische ambassadeur in Zuid-Afrika, Johan Maricou, worden de resterende sancties nu beter beëindigd. Hij stelt: "Ze werken contraproductief, want het Zimbabwaanse regime gebruikt ze om alles wat verkeerd loopt in het land uit te leggen".
·         Ook in Birma duurde het meer dan 20 jaar voor er schot in de zaak kwam, vooral omdat het land eenzijdig liberaliseringen doorvoerde na binnenlandse protesten vanaf 2007. Geen band met sancties te bespeuren.

Ondanks de vele mislukkingen van het beleid van economische sancties staat het iedereen natuurlijk vrij om te geloven dat het deze keer anders zal verlopen.

In een commentaarstuk voor economische sancties, kon The Economist - het blad dat in 1854 nog weerstand bood tegen zij die oorlog stoken in de Krim- slechts enkele obscure succesvolle voorbeelden noemen, onder meer hoe die Iran in de cyber-oorlog met de V.S. zou hebben gedwongen om opnieuw rond de tafel te gaan zitten over diens nucleair programma. Dat het sanctiebeleid hier de oorzaak is, is echter allesbehalve zeker en sowieso is er weinig tot geen verbetering in de relatie met het Westen sinds 1979, toen de Ayatollahs er aan de macht kwamen en de V.S. sancties instelden. 

Volgens onderzoek door Gary Clyde Hufbauer, die alle economische sancties sinds 1914 onder de loep nam, “werken” deze slechts in 34% van de gevallen en slaagden ze er slechts in 20% van de gevallen in om militaire actie te verhinderen. Naar verluidt zouden kleine, zwakke, staten, er gevoeliger voor zijn en zouden sancties die diegene die ze oplegt zwaar treffen ook minder succesvol zijn. Deze twee voorwaarden zijn vervuld in het geval van Rusland, wat misschien tot nadenken bij sommigen kan stemmen. Niets doen is soms inderdaad beter dan "iets doen", zeker als je weet dat dit laatste de situatie enkel nog erger zou maken.
Toen Poetin opnieuw President werd, was één van zijn doelstellingen de "nationalisering van de elite", waarbij zijn nabije kring gedwongen werd om buitenlandse bezittingen te verkopen, om zo minder kwetsbaar en loyaler te zijn in het geval van een confrontatie met het buitenland. Geen van de vijf of zes voormalige KGB-gezellen in Poetin's "inner circle" zouden dan ook nog buitenlandse bezittingen hebben. 

Wie gelooft dat de Russische oligarchen, de enigen die misschien toch nog enige onafhankelijkheid zouden kunnen hebben ten opzichte van Poetin, hem in toom zullen proberen te houden als ze toch geen "belangen" in het Westen meer hebben? Volgens Marc Champion, het voormalige hoofd van de Wall Street Journal in Brussel, “zou Rusland [in het geval er serieuze sancties komen] weinig extra schade lijden indien het nog meer territorium zou annexeren”. De Amerikaanse denktank Brookings Institution waarschuwt dat Poetin al sinds 2012 de modernisering van de Russische economie aan het terugdraaien is en een soort van autarkie wil bereiken, een proces dat hij zal versnellen naarmate er meer sancties komen.  Tony Brenton, de voormalige Britse ambassadeur in Moskou, vat het mooi samen: "De druk op Westerse regering om "iets te doen" is accuut geworden (…) Economische sancties (...) zullen niet werken (...) In nukkige landen zoals Rusland versterken sancties eenvoudigweg die krachten die vijandig ten opzichte van het Westen staan." Of in de woorden van Vladimir Poetin zelf, in zijn biografie uit het jaar 2000: “Drijf nooit een rat in een hoek”.
Daarbij dient gezegd dat de sancties er natuurlijk wel in zouden slagen om de Russische economie te schaden. Volgens Alexei Koedrin, die gedurende elf jaar Minister van Financiën onder Poetin was, zou de Russische economie in zes weken tijd in elkaar kunnen storten als gevolg van economische sancties. Ook de EU zou in de problemen komen. Zuid-Europese banken hebben een grote blootstelling aan Rusland. Het meest kwetsbaar is de Italiaanse bank Unicredit, wat wellicht ook het standpunt van de Italiaanse regering verklaart. Van alle Europese landen exporteert Rusland echter het meest naar Nederland (16% van de Russische export, vooral omdat Rotterdam de haven is die Rusland gebruikt om zijn olie op de wereldmarkt te slijten, aangezien Rusland zelf geen ijsvrije havens heeft). Recente cijfers tonen trouwens aan dat de Duitse economie, de motor van het continent, nu reeds schade heeft opgelopen als gevolg van de spanningen.

4. Hoe beschermt het Westen zich best tegen dit conflict? 

Het antwoord op deze vraag hangt natuurlijk in de eerste plaats af in welke mate dit een intern Oekraïens conflict is, of het om een Oekraïens-Russische oorlog gaat, of er wel degelijk gevaar is voor uitbreiding naar Moldavië of zelfs de Baltische staten, en in welke mate dit uiteindelijk de veiligheid en stabiliteit in West-Europa bedreigt. Dit thema roept de vraag op of het wel zo’n goed idee was om de Baltische staten in NAVO op te nemen, en waarom een land zoals Finland helemaal niet zo happig is om NAVO-lid te worden, op de geïsoleerde mening van de nieuwe euro-federalistische Eerste Minister Alexander Stubb na, die onlangs moest toegeven dat sancties zijn land economisch zouden treffen. 

Het noopt tot vergelijkingen tussen enerzijds Finland, dat een vrij neutrale, stabiele verhouding heeft met Rusland, en anderzijds Polen en de Baltische staten, die ondanks hun sterke energie-afhankelijkheid van Rusland aggressieve taal spreken, hopend dat hun NAVO-lidmaatschap meer is dan een stukje papier. Dat laatste werd alvast tegengesproken in een geheim gesprek van de Poolse Minister van Buitenlandse zaken Radosław Sikorski. Hij zei: “De alliantie tussen Polen en de V.S. is waardeloos (...) Het is eenvoudigweg schadelijk, want het creëert een vals gevoel van veiligheid (...) Complete onzin. We gaan een conflict aan met de Duitsers, de Russen, en we denken dat alles super is, omdat we de Amerikanen een blow job (sic) geven. Losers, complete losers [,dat zijn we]". 

Het is goed dat al die vragen worden gesteld, want vroeg of laat barst het debat hierover echt los. Een duidelijk antwoord geven is echter moeilijk, omdat het er van afhangt hoe de publieke opinie in het Westen hierover denkt, en tot waar het Westen zich dan wel uitstrekt. 

Naar mijn bescheiden mening is er in het huidige conflict op geen enkele manier sprake van agressie tegen het Westen, zeker nu ook de V.S. stellen niet over bewijs te beschikken dat Rusland direct achter de aanslag op het vliegtuig zat. 

Een meerderheid van de bevolking in Duitsland en Italië is tegen Oekraïens NAVO-lidmaatschap. Er is dus geen democratische steun in West-Europa om het land met geweld bij te staan. In 2010 had nog 93% van de Oekraïners een overwegend positief beeld van Rusland, wat nu wellicht wel anders zal zijn. Het is dus bijzonder moeilijk om te argumenteren dat dit conflict tussen “broedervolkeren” “onze oorlog” zou zijn. Een beleid van niet-interventie hoeft daarom geen naïef pacifisme te zijn. Het is duidelijk dat dit conflict heel wat indirecte gevolgen kan hebben voor Europa en de NAVO-landen, wat op zijn minst tot een grote aandacht voor de efficiëntie van de defensie-uitgaven moet leiden, maar nog duidelijker is dat elke interventie in het conflict extreem riskant is. 

Het antwoord kan dus enkel liggen in diplomatie en het behouden van een effectief defensie-apparaat. Dat is al ambitieus genoeg. Misschien kan de manier waarop een land als Finland met Rusland omgaat lessen bieden. Dan heb ik het niet over de zogenaamde “Finlandisering”, waarbij de Sovjetunie betrokken werd bij elke belangrijke beslissing in Finland, maar het beleid na 1991. Sinds dan behoort Finland duidelijk tot het Westen, maar onderhoudt het tegelijk goede zakelijke banden met Rusland, niet in de illusie verkerend dat het in staat is om Rusland naar zijn model te schapen, tenzij dan indirect via handel. 

De zogenaamde “Neo-conservatieven”, die het ideologisch kader bieden voor economische sancties en militaire interventies, zijn eigenlijk hervormde trotskisten, die hun naïeve geloof in gewelddadige overheidsinterventie van de (plan-)economie naar het buitenlands beleid hebben verlegd. Na de rampzalige avonturen in Irak, Afghanistan en Libië hebben ze nu een uitgelezen opportuniteit om te zwijgen. Sancties en confrontatie zijn gevaarlijk. Het is tijd voor realpolitik. 

Uiteindelijk moeten we vertrouwen op de volgende wijsheid: “Als goederen de grenzen niet oversteken, doen legers dat”.