Friday, July 13, 2012

Tien redenen om tegen het ESM te stemmen



Gepubliceerd op Knack

Op dit moment buigen de federale verkozenen zich over het Verdrag over het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), dat een permanent noodfonds voor de eurozone in het leven roept, waarbij leningen kunnen worden verstrekt aan landen en (indirect) ook aan banken in moeilijkheden. Het thema staat op de agenda van de Kamercommissie Buitenlandse Betrekkingen voor morgen, maar een plenaire stemming is niet voorzien voor deze week. Terwijl dit Verdrag in Nederland en Duitsland heel wat emoties en debat losmaakt, werd hieraan in ons land nog bijna geen aandacht besteed. Misschien omdat “België proportioneel gezien meer voordeel heeft bij het ESM” aangezien het “meer blootgesteld (is) aan de risico's van de financiële instellingen dan het investeert in het ESM”, zoals Minister van Financiën Steven Vanackere beweert? Of misschien omdat Brussel de voornaamste zetel van de instellingen is?

Hoe dan ook, feit is dat dit Verdrag de Belgische bevolking opzadelt met een miljardenfactuur en dan ook de nodige aandacht verdient. Vanackere gaat er al te makkelijk van uit dat Belgische grootbanken zoals Dexia per definitie in leven moeten en zullen worden gehouden en dat het ESM daarom sowieso een winstoperatie voor ons land is. Of dat te maken heeft met zijn ACW – signatuur kan iedereen voor zichzelf uitmaken. Een bank over de kop laten gaan en verkopen is perfect mogelijk op gecontroleerde wijze, waarbij aandeelhouders en schuldeisers de rechtvaardige verliezen dragen en spaarders worden beschermd. De verliezen zijn er sowieso. Het voorbeeld van Ijsland bewijst dat een moedig beleid om failliete banken over de kop te laten gaan op vrij korte termijn goede resultaten oplevert – behalve dan voor sommige politici.

Vooraleer de verkozenen des volks overgaan tot de stemming van dit Verdrag, is het belangrijk dat ze de volgende zaken over het ESM in het achterhoofd houden:

1. Het ESM balanceert op (over?) het randje van de wettelijkheid

Niet enkel was het altijd reeds zeer betwijfelbaar of de regel uit het EU-verdrag dat elk land verantwoordelijk is voor zijn eigen schulden (artikel 125) al die noodleningen wel toestaat. Tot nu toe gebeurde dit via een tijdelijk noodfonds, het “EFSF”. Via een wijziging van artikel 136 van het EU-Verdrag willen de Europese regeringen de situatie voor een permanent fonds regulariseren door er een bepaling in op te nemen dat een hulpfonds expliciet toelaat, maar het is nagenoeg zeker dat niet alle 27 lidstaten die verdragswijziging zullen doorvoeren voor het ESM in kracht moet treden (begin juli, om de failliete Spaanse banken van geld te voorzien).

2. Ditmaal gaat het over echt geld

Net zoals het EFSF zal ook het ESM grotendeels (voor 620 miljard euro, waarvan België een 22 miljard voor zijn rekening neemt) gefinancierd worden door leningen af te sluiten, waarbij lidstaten enkel (risicovolle) garanties verstrekken (wat voor het EFSF aan steeds duurdere voorwaarden gebeurt, trouwens).

Uniek is echter dat het ESM ook rechtstreeks kapitaal zal verkrijgen van de lidstaten, waarvoor de meesten opnieuw meer schulden zullen moeten maken. In totaal gaat het over 80 miljard euro, voor België een 2,8 miljard. Puur financieel gezien komen kapitaalstortingen natuurlijk op hetzelfde neer als het geven van allerlei risicovolle garanties (ook al zijn politici dat ondertussen gewoon, sinds de bankencrisis). Politiek gezien liggen ze veel moeilijker omdat de risico’s niet zomaar naar de toekomst worden verscheept.  

3. Dit lost de eurocrisis niet op

Dat geld de eurocrisis niet zal oplossen leert ook deze week de ervaring met Spanje: het effect van de belofte van 100 miljard euro aan Spanje zorgde maandag slechts voor een paar uur dat de Spaanse financieringskosten daalden. Daarna gingen ze weer onverbiddelijk de hoogte in. De hele Europese periferie zit opgezadeld met een overgewaardeerde munt die groei bemoeilijkt. Fiscale transfers kunnen enkel dienen om de werkloosheidsvergoedingen te betalen, niet om jobs te creëren. Enkel een herdenking van de samenstelling van de muntunie lijkt nog soelaas te kunnen brengen.

Hoe gigantisch een noodfonds van 700 miljard euro ook mag lijken, in de praktijk zal het niet meer dan 500 miljard euro kunnen uitgeven in combinatie met het EFSF (dat nog een 200 miljard euro tot zijn beschikking heeft). Dat is tenminste onder de veronderstelling dat er geen versnelde kapitaalsbetaling moet komen als gevolg van de regel van artikel 41.2 dat steeds een minimum 15 procent aan kapitaal van lidstaten in het ESM aanwezig moet zijn. 500 miljard euro is onvoldoende om grote schokken op te vangen. Eerder iets van 2000 miljard is nodig om kalmte te brengen tot einde 2014 (gezien de financieringsbehoeften in de komende jaren van grote periferielanden als Spanje en Italië). De ECB heeft tot nu toe de rol van hulpfonds vervuld, via allerlei obscure operaties met de akroniemen ELA, SMP en LTRO, waarbij België naar onze schattingen nu reeds een blootstelling tot meer dan 30 miljard euro heeft oplopen.

Een laatste belangrijk punt in dit verband is dat het bij leningen aan landen in moeilijkheden de burgers zullen zijn die alle kosten zullen dragen. Het voorstel om financiële instellingen te dwingen om verliezen te nemen op hun risicovolle maar winstgevende leningen is van tafel geveegd. Onfair, en niet van aard om toekomstige schuldencrisissen te vermijden.

4. Het kan makkelijk nog duurder worden

Voortdurend worden er voorstellen gedaan om het noodfonds uit te breiden of om het toe te laten banken direct steun te verlenen, en niet enkel indirect, zoals nu het geval is. Om de 700 miljard euro aan maatschappelijk kapitaal waarover het ESM beschikt te verhogen, of om de totale uitleencapaciteit van het ESM (nu nog de facto beperkt tot een 500 miljard euro, in combinatie met het EFSF) te vergroten, laat het ESM-Verdrag toe om dit op eenvoudige wijze te laten beslissen door de Raad van Gouverneurs (het orgaan van de Ministers van Financiën van de eurozone binnen het ESM). Een verdragswijziging is niet nodig.

Als gevolg van artikel 10 treedt een wijziging in het maatschappelijk kapitaal dan wel enkel in werking “nadat de ESM-leden de depositaris in kennis hebben gesteld van de voltooiing van hun toepasselijke nationale procedures”, maar dit betekent niet dat landen zo’n beslissing kunnen laten afhangen van instemming door hun nationale parlementen. Eens onze Minister van Financiën – die trouwens immuniteit geniet binnen het ESM, wat niet het geval is voor bijvoorbeeld de Finse Minister van Financiën - de “kennisgeving” heeft gedaan, kan de beslissing niet worden teruggedraaid, wat het Parlement of nationale rechtbanken ook zouden beslissen.

5. De Belgische volksvertegenwoordigers krijgen geen invloed op het geven van leningen aan landen in problemen

Enkel in Duitsland en Finland is er sprake om (misschien en enkel tot op zekere hoogte) het parlement invloed te geven op beslissingen die te maken hebben met het effectief verlenen van ESM-leningen aan landen in moeilijkheden. In Nederland heeft Minister van Financiën Jan Kees de Jager persoonlijk toegezegd dat hij “overleg” zou voeren met de Tweede Kamer, maar zelfs dat weigert de Belgische regering bij monde van Steven Vanackere. Ze wil enkel nadien uitleg komen geven over wat reeds door het ESM is beslist.

6. Ons land kan geen veto stellen tegen ESM – leningen in “spoedsituaties”

Opnieuw in tegenstelling tot Duitsland (en ook Frankrijk en Italië), beschikt België niet over een veto over ESM – activering, in het geval het snel moet gaan. Dit vanwege artikel 4.4, dat een “spoedstemprocedure” voorziet, waarbij het mogelijk is om met een meerderheid van 85% van stemmen een beslissing te nemen over het verlenen van hulp aan een land in moeilijkheden.

Weliswaar is er wel een conclusie van zowel de Europese Commissie als de ECB vereist dat anders “de economische en financiële duurzaamheid van de eurozone in gevaar” komt, maar dat is van toepassing is op zo ongeveer elke crisis binnen de eurozone. Enkel Duitsland, Frankrijk en Italië beschikken over minstens 15 % van het ESM kapitaal (en navenant van de stemmen binnen het ESM), en hebben dus een veto. Er zal weliswaar als gevolg van Fins verzet bij die spoedprocedure een zeer klein deel van het geld als “noodreservefonds” worden ingesteld ten behoeve van alle ESM – lidstaten, “ter dekking van eventuele tegenvallers op de desbetreffende lening”. Niet echt geruststellend, want voor een lening van 5 miljard euro zou het om niet meer dan 0,3 miljard euro gaan, terwijl in geval van een overheidsfaillissement de verliezen wel wat hoger oplopen.

7. Ook landen in de problemen moeten aan het kapitaal bijdragen

Hoe vreemd het ook mag klinken: ook Griekenland, Ierland en Portugal, die allen reeds financieel worden geholpen door de andere eurolanden, en nu dus ook Spanje, zijn verplicht om de kapitaalsbijdragen te doen (waar ze naar verluid ruimte voor hebben voorzien in hun begrotingen, al klinkt dit niet zeer geloofwaardig in het geval van Griekenland). Artikel 8.5 stelt dat “De verplichting van ESM-leden om overeenkomstig dit Verdrag tot het maatschappelijk kapitaal bij te dragen, wordt onverlet gelaten door het feit dat een dergelijk ESM-lid in aanmerking komt voor financiële bijstand van het ESM of dergelijke bijstand ontvangt.” Indien een euroland het ESM verdrag niet ratificeert, dienen de andere landen wel niet bij te passen, maar verkleint de capaciteit van het ESM. 

Landen die niet betaald hebben, verliezen echter hun stemrecht (artikel 4.8). Een ruwe berekening leert dat als Griekenland, Ierland, Portugal, Spanje en Italië in die situatie zouden terechtkomen, Duitsland en Frankrijk samen meer dan twee derde van de stemrechten zouden kunnen uitoefenen. Politieke fictie misschien (behalve dan dat het helemaal niet zo onwaarschijnlijk is dat na Spanje ook Italië in de problemen komt), maar het geeft aan hoe surreeël dit allemaal is. In Berlijn beweren ESM – criticasters dan ook al schertsend dat die regel over verlies van stemrecht eigenlijk vooral bedoeld is om er zeker van te zijn dat Duitsland zijn kapitaalsbijdrage stort. 

8. Het ESM kan voor Duitsland en Frankrijk een hefboom worden om EU - beleid te beïnvloeden

Het ESM is niet zomaar een zoveelste Europees prestigeproject, maar een instrument dat het Europese niveau indirect invloed geeft op wat eurocraten tot voor kort nog het onbereikbare terrein van lidstaten achtten: invloed over de nationale begroting. Ongeveer twee derde van de regulering voor 500 miljoen Europeanen komt tot stand op het Europese niveau, maar de Europese begroting ligt op het al bij al bescheiden niveau van ongeveer 1 procent van het BBP.

Als gevolg van het Verdrag van Lissabon wordt het vanaf 2014 mogelijk dat de landen van de eurozone de overige lidstaten van de EU in de minderheid kunnen stemmen wanneer EU-regels met gekwalificeerde meerderheid worden beslist (aangezien de eurozone dan 65 procent van de bevolking in de EU zal tellen). Gezien het belang van het ESM voor de financiële situatie van lidstaten, zal het als een hefboom kunnen worden gebruikt om binnen de eurozone tot een consensus te komen over dossiers die bij de gebruikelijke koehandel aan elkaar worden gelinkt. Die consensus kan dan worden opgelegd aan de rest van de EU. Meestal wordt er sowieso met consensus beslist, maar dan toch met het stemgewicht in het achterhoofd. Het verlies van het Belgische vetorecht over het verlenen van ESM - leningen kan dus verstrekkende gevolgen hebben.


9. Wie zijn onze toekomstige schuldeisers?

Het loont de moeite om eens een blik te werpen op wie dan wel al dat geld zal lenen aan dat toekomstige Europese hulpfonds. Als we er van uitgaan dat de situatie ongeveer dezelfde zal zijn als bij het EFSF, dan lijkt Azië wel een vrij belangrijke speler te worden in het financieren van de Europese overheden.  40 procent van de investeerders in het EFSF zou uit Azië komen, waarvan Japan er een 20 procent voor zijn rekening neemt. Ook China heeft zich reeds gemanifesteerd, en onmiddellijk ook voorwaarden gesteld voor bijdragen in het reddingsfonds. Gezien het bedenkelijke democratische gehalte van vele Aziatische landen, is het maar de vraag of dat een goede evolutie is. In tegenstelling tot de V.S., die eveneens veel van hun overheidsfinanciering uit China halen, beschikken de Europese landen niet over een reservemunt en zijn ze dus veel kwetsbaarder op dit vlak. Ook het feit dat 44 procent van de EFSF middelen afkomstig zijn van overheden, centrale banken en “sovereign wealth funds”, wat dus ook het geval is voor de middelen uit Azië, moet zorgen baren.

Het zou natuurlijk ook goed kunnen dat China of andere nieuwe spelers op het wereldtoneel helemaal geen zin hebben om Europa te helpen. Dan wordt geld bijdrukken vanuit de ECB om het dan te lenen aan het ESM uiteraard de laatste strohalm (de nieuwe Franse President stelde het alleszins reeds voor). Volgens het Duitse liberale parlementslid Frank Schaeffler biedt het ESM – Verdrag die mogelijkheid zelfs nu reeds, via artikel 21.1, aangezien dit het ESM machtigt om te lenen bij “andere personen of instellingen” dan banken of financiële instellingen.

10. De controle op de uitgaven van het ESM wordt nu reeds als onvoldoende bestempeld  

Enkele Europese Rekenkamers, waaronder de Nederlandse, hebben forse kritiek geuit op de manier waarop miljarden euro’s aan belastingsgeld door het ESM zullen worden uitgegeven (helaas is dit geen unicum op EU vlak: de Europese Rekenkamer weigert reeds vele jaren om goedkeuring te verlenen aan de Europese begroting, wegens de hoge foutenmarge).

Hoewel de kritiek al een tijdje geleden werd geuit, werd het ESM – verdrag toch niet op voldoende wijze aangepast. In april herhaalde de Nederlandse Algemene Rekenkamer nog eens zijn bezwaren voor het Europees Parlement. Het hekelde het gebrek aan “democratische controle en openbaar toezicht”. Het is alvast tekenend dat reeds voor de opstart van het ESM forse twijfels rijzen over de betrouwbaarheid van de instelling.


Pieter Cleppe leidt het Brusselse kantoor van de onafhankelijke denktank Open Europe

No comments: