Friday, August 10, 2007

CD&V ontloopt haar verantwoordelijkheid


De verkiezingen liggen vandaag precies twee maanden achter de rug en van een nieuwe regering is nog geen schijn te bekennen. Het mag duidelijk zijn dat dit komt door de grote klap die de PS, een belangrijke speler in het Belgisch corporatistisch establishment, heeft gekregen. Voor het eerst sinds de invoering van het algemeen stemrecht in 1918 zijn de socialisten niet de grootste partij in Wallonië. Indien rooms-rood mogelijk was geweest, zoals Yves Leterme had gehoopt, waren de krantenkolommen met de voorstelling van de nieuwe ministers al verschenen. Dat is zeker.

Nog maar weinig zaken zijn verworven als akkoord in de onderhandelingen: het principe van een belastingsverlaging, een verhoging van de uitkeringen, een begrotingstekort (horesco referens!) en het langer openhouden van de kerncentrales.

De kern van het probleem zit bij CD&V: aangezien ze een klassieke centrumpartij is, is haar grootste vrees dat de coalitiepartners zouden scoren. Daarom transformeert de partij bij de onderhandelingen met de liberalen in een ACW-bolwerk van het ergste soort. Waardoor misschien zal blijken dat met de PS meer belastingen zullen zijn verlaagd dan met CD&V. Alle liberaal denkende CD&V - kiezers zullen een dolk in de rug ingeplant krijgen.

Nochtans neemt CD&V hiermee een zware verantwoordelijkheid op de schouders. De PS heeft een historische nederlaag geleden. Het is de morele verantwoordelijkheid van éénieder om nu eens schoon schip te maken en vooreerst de moordende belastingsdruk in België sterk af te bouwen, gefinancierd met een grote uitgavenvermindering, vooral dan door het aantal ambtenaren drastisch te laten dalen. Naast nog andere dringende zaken.

Anders dan de VLD in de voorbije 8 jaar, heeft CD&V wel degelijk het electorale gewicht om een aantal levensnoodzakelijke hervormingen waartoe al een aanzet werd gegeven nu eens helemaal door te drukken. De PS is weg en kan zich dus niet langer verzetten tegen Copernicus bis, administratieve vereenvoudiging in sociale en fiscale materies of vermindering van het aantal ambtenaren. De VLD had in de eerste regering-Verhofstadt te kampen met maar liefst vier tegenstanders van fundamentele hervormingen (PS, sp.a, Agalev en Ecolo) en één lauwe medestander (MR). In de tweede regering-Verhofstadt was het electoraal gewicht van de VLD niet veel groter dan dat van de PS, wat beperkingen meebracht. Bovendien was de oppositie (CD&V, Vlaams Belang) ook niet van die aard om veel aan te dringen op dergelijke hervormingen.

Nu liggen de kaarten helemaal anders. CD&V heeft groot electoraal gewicht en zou dus veel hervormingen die haar kiezers effectief ondersteunen makkelijk kunnen doorduwen. Het heeft in de VLD en MR coalitiepartners die vragende partij zijn voor hervormingen. Enige tegenstander zou de kleine partij cdH zijn. Indien die partij zich echter zo economisch onvolwassen blijft opstellen (met pleidooien voor hogere belastingen als voorlopig meest krankzinnige voorstel), is het misschien beter om Madame Milquet en haar kliek te vervangen door Ecolo. Ecolo zit niet in de deelstaatregeringen met de PS en kan het zich dus beter permitteren om de PS tegen de haren in te strijken. Bovendien staat Ecolo meer open voor bepaalde zaken, zoals bijvoorbeeld vereenvoudiging van de administratie, aangezien die partij veel minder deel uit maakt van het Belgisch corporatistisch belangenapparaat dan cdH. Nog belangrijker is dat Ecolo veel won in de verkiezingen en dus makkelijker kan toegeven dan cdH, dat status quo bleef en zich existentiële vragen mag beginnen stellen bij een eventuele nederlaag na machtsdeelname.

Laatste voordeel dat CD&V heeft is de liberale zweeppartij Lijst Dedecker die vanuit de oppositie druk op de ketel kan zetten voor hervormingen, wat niet onbelangrijk is om vakbonden en andere belangengroepen tot toegevingen te dwingen.

Echter ontloopt CD&V tot nu toe volstrekt haar verantwoordelijkheid. In de nota’s van formateur Yves Leterme wordt bijzonder weinig aandacht besteed aan de hervormingen die het land van het verstikkende staatsjuk moeten bevrijden, en waar de mainstream in Vlaanderen nochtans al meer dan twintig jaar op hamert.

Bovendien is over het communautaire luik zelfs nog minder beweging te merken, hoewel dat niet op conto van CD&V mag worden geschreven, maar het de Franstalige partners zijn die hier met vuur spelen. De kern van het communautaire dossier is budgettair. Op dit moment krijgen de deelstaten te veel geld voor de taken die ze hebben en verspillen zij naar hartelust de zuur verdiende centen van de burgers. Waarna ze zich op de borst kloppen geen begrotingstekort te hebben. De oplossing is overduidelijk voor iedereen: de deelstaten moeten stoppen met hun onzinnige uitgaven en moeten integendeel via een staatshervorming de vergrijzingschulden (en dus de sociaal-economische bevoegdheden pensioenen, gezondheidszorg en kinderbijslagen) overnemen van de federale overheid, die anders onherroepelijk failliet gaat, wat een ramp zou zijn voor de vele belastingbetalers die zo lang hebben bijgedragen voor pensioen en sociale zekerheid, en hier ook op rekenen. De tijd waarin de deelstaten de vergrijzingsfondsen door ramen en deuren naar buiten gooien, moet stoppen.

CD&V moet de koe bij de horens vatten: er moeten grote hervormingen op fiscaal, administratief en sociaal gebied komen. De Franstaligen moeten stoppen met “non” zeggen en moeten akkoord gaan om de vergrijzingschulden van de federale overheid naar de rijke deelstaten over te brengen. Indien dit niet gebeurt, blijft Open VLD misschien beter uit een regering die niet van de afwezigheid van de PS profiteert, en moet de PS maar terugkomen, zodat in 2009 de christendemocraten liefst bijzonder zwaar worden afgestraft voor hun nalaten.